Afscheid Schrijversvakschool
Onlangs haalde ik mijn bul op bij de Schrijversvakschool. Het waren vier geweldige en leerzame jaren. Blozend nam ik de mooie woorden van de eindcommissie in ontvangst. Ik mocht gelukkig iets zeggen – ‘niet te lang! Hou het op twee minuten!’ (het werden er vijf, duh…) – en sprak de volgende tekst uit. Een stemverklaring, een strijdkreet, een oproep, een dankwoord, of iets van dat alles.
SCHRIJF!
Ik was vijf, lag in bed en mijn moeder las voor. Bolke de beer leek tussen de bomen de dieren niet meer te zien. Doorlopend struikelde hij over stronken. Au! De andere bosbewoners maakten zich zorgen, maar eigenwijs weigerde de beer iedere hulp. Na veel heisa en gebrom bezocht hij dan toch de uil, die hem een montuurtje op de neus plantte. ‘Dat had ik veel eerder kunnen doen,’ verzuchtte Bolke. Mijn moeder sloeg het boek dicht. De volgende ochtend zette ik uit mezelf de bril op die al een tijdje op me lag te wachten.
Twintig was ik, toen James Baldwin me de adem benam met zijn Bijna binnen handbereik. Zó zat de wereld in elkaar. Als minderheid was ik amusant zolang ik grappig en vrolijk bleef – en me vooral erkentelijk toonde. De volgende dag meldde ik me als vrijwilliger bij het COC.
Zeg mij niet dat verhalen geen impact hebben.
Als jonge homo liep ik stralend door de Leidsestraat en werd in elkaar geslagen. Achteraan mijn geheugenrek hangt de herinnering, ingedroogd, het drama al snel uit het voorval gesijpeld. Het was hoe het was, in 1982. Anno 2024 zag ik het theaterstuk De Gendermonologen. Joëlle Toeange vertelt over de klappen die zij kreeg, als stralende trans vrouw. Men vond haar aanmatigend. Sinds kort hebben we pestkoppen in de regering, hunkerend naar destructie. Zij beschouwen elke stralende minderheid als woke indoctrinatie.
Feit: transgenders doen vijf tot tien maal vaker een zelfmoordpoging. Men zegt dat je met de leeftijd conservatiever wordt. Geloof men niet. In mijn hart een vuist die zich dagelijks samenbalt. Er woedt een cultuurstrijd in Nederland en het front ligt bij genderidentiteit. Literatuur kan die strijd aan. De mooie woorden tegen de lelijke intentie.
Dank aan Lidewijde Paris, Renée Huigen, Graa Boomsma en Elke Geurts, die achter elkaar puzzelstukjes aandroegen die ik in mijn proza kon inpassen. En aan Maurits de Bruijn, die naast het afronden van zijn Man maakt stuk (lees die roman!) mij begeleidde en stimuleerde.
Begin deze maand las ik voor op een literair festival. Na afloop kwamen een paar mensen me vertellen hoe geraakt ze waren door het fragment uit mijn roman – als je goed kijkt zie je de roze wolk nog boven me hangen. Schrijven maakt me gelukkig. Heb ik een draadje vast dan móet ik het hele verhaal uit de stof trekken.
Het boek dat ik schreef ligt ergens tussen Bolke en Baldwin in, Baldwin vooralsnog buiten bereik – een schrijver mag dromen. Het bomkorset is een lekker leesbaar boek met een scherp randje. Een oudere trans vrouw kijkt terug op haar leven. En o ja, ze werkt aan een bomaanslag. Dat gegeven levert soms enige discussie op. ‘Hou het klein,’ pleitte een meelezer. Maar wat betekent klein? Moet ik er ‘Een bomhandtasje’ van maken? Of het bomniemendalletje? ‘Geweld is nooit de oplossing,’ vervolgde de geagiteerde meelezer. Daar ben ik het mee eens. Wat mijn hoofdpersoon uiteindelijk zal beslissen zal de geschiedenis uitwijzen.
Overigens bewijst die geschiedenis dat marginale groepen zonder escalatie niet eens in de buurt komen van gelijke rechten. Waarom zou een roman niet mogen escaleren? Waarom moet literatuur zich beperken tot kleine gebaren en keurige metaforen? Geweld is ook een metafoor. Een goed geschreven pamflet is ook literatuur. Ik citeer Maurits: Het Bomkorset zit vol tragiek en beschouwing over de huidige samenleving, en levert een schrijnend én humoristisch inkijkje in de vernederende hypocrisie waarmee een transgender vrouw te maken krijgt. Nogmaals dank, Maurits. Als kleine tamboer roffel ik met mijn vuistjes over mijn keyboard en stuur mijn zorgvuldig overwogen woorden het strijdgewoel in. Kom maar op.
Noot: dat verhaal over Bolke’s bril verzon mijn moeder ter plekke. Dank, Mam. Hartekreet aan alle schoolgenoten: als schrijvers verzinnen wij de toekomst en wij gaan winnen. Dus schrijf! Schrijf klein of maak het groot, maar schrijf! Woorden veranderen de wereld. Woorden veranderden mij. Schrijf!
Dank, Schrijversvakschool.